Gedicht van de maand

april 2024

met toestemming van de dichter hier geplaatst.

Inkeer door omkeer

ingetogen zijn tot de avond valt en pas in het
omfloerste donker de balans opmaken, en dan
wachten tot de morgen waarop alles weer
opnieuw begint: ‘betoon de dag geen eer voordat
het avond is geworden’; maar waarom, waarom?

ik rek mij uit en zing de zon omhoog,
de dauw ligt vredig op de waarden,
ik ga in de rivier en voel verkwikkend tintelen,
de houtduif koert de vrede naar zich toe,
de meidoorn toont scharlaken tussen groen;

lammeren lurken moeders leeg,
zwaluwen slaan haakse bochten,
mussen houden huis in heggen;
ik plant een toekomstboom in mijn gedachten,
vruchtdragend voor de nakomende geslachten;

‘s avonds hoor ik nachtegalen, die concerteren
als het licht geweken is, de dag vol vreugde
tot een einde is gekomen en ik ga dromen van
euforisch juichen na een verstilde nacht: het is de
dageraad die zwanger van verlangen op mij wacht.

Alfred van Hall